Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de situatie van X (een bijbaan na afloop van de studie) op één lijn moet worden gesteld met het geval van een bijbaan tijdens de studie. Dat betekent dat X een beroep kan doen op begunstigend beleid en kwalificeert als ingekomen werknemer.
X heeft de Indiase nationaliteit. Zij is op 4 september 2019 naar Nederlands verhuisd om een opleiding te volgen en heeft in verband daarmee een tijdelijke verblijfstitel verkregen. Op 4 september 2020 is X afgestudeerd. Na afloop van haar opleiding heeft X twee maanden gewerkt bij bedrijf 6 om te voorzien in haar levensonderhoud. X werkt vanaf 18 januari 2021 bij bedrijf 1. X en die werkgever hebben op 26 maart 2021 verzocht om toepassing van de 30%-regeling. De inspecteur heeft dat verzoek afgewezen. In geschil is of X kwalificeert als ingekomen werknemer. X doet een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Volgens haar moet de dienstbetrekking met bedrijf 6 gelijkgesteld te worden met een bijbaan tijdens de studieperiode, waarvoor begunstigend beleid geldt.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het geval van X, waarbij sprake is van een bijbaan na de studie, voor de toepassing van de 30%-regeling op één lijn moet worden gesteld met het geval van een bijbaan tijdens de studie. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt derhalve. De werkzaamheden van X voor bedrijf 6 staan niet in de weg aan toepassing van de 30%-regeling. X kan zich dus met vrucht beroepen op het (ongepubliceerde) begunstigende beleid. Het beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 31a
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 7 juni
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel