Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat art. 13bis Wet LB 1964 niet in strijd is met art. 110 VWEU. De bijtellingsregeling is geen heffing op de auto als product, maar schrijft voor hoe een loonbestanddeel in aanmerking wordt genomen, en maakt daarin geen onderscheid tussen ingevoerde auto’s en gelijksoortige nationale auto’s. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

X woont in België en werkt voor een Nederlandse werkgever. De werkgever heeft hem een nieuwe auto ter beschikking gesteld die in het Nederlandse kentekenregister is ingeschreven. De werkgever heeft een bedrag voor het privégebruik van de ter beschikking gestelde auto bij het loon van X geteld. X stelt dat art. 13bis Wet LB 1964 een inbreuk maakt op art. 110 VWEU omdat deze maatregel de import van gebruikte auto’s uit andere lidstaten belemmert. Doordat voor de bijtelling geen onderscheid wordt gemaakt tussen nieuwe auto’s en gebruikte auto’s, zullen werknemers veelal kiezen voor een nieuwe auto, aldus X.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2024/47.1.1) oordeelt dat art. 13bis Wet LB 1964 niet in strijd is met art. 110 VWEU. De bijtellingsregeling is geen heffing op de auto als product, maar schrijft voor hoe een loonbestanddeel in aanmerking wordt genomen, en maakt daarin geen onderscheid tussen ingevoerde auto’s en gelijksoortige nationale auto’s. Dit geldt zowel voor nieuwe auto’s als voor gebruikte auto’s. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond. X gaat in cassatie, maar betaalt het griffierecht niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 13bis

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Loonbelasting

Editie: 6 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen