Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X BV niet in haar bewijslast is geslaagd om overtuigend aan te tonen dat geen sprake is geweest van privé gebruik van de auto. De overgelegde rittenregistraties zijn niet sluitend en worden door de rechtbank verworpen.

X BV stelt aan haar DGA en tevens medewerker, A, mede voor privédoeleinden een auto ter beschikking. Noch bij X BV, noch bij A staat in de loonaangiften 2021 een bijtelling voor het privégebruik van de auto. Naar aanleiding van informatieverzoeken van de inspecteur, overlegt X BV rittenregistraties en andere aanvullende informatie. Desondanks corrigeert de inspecteur de bijtelling voor privégebruik van de auto en legt hij een verzuimboete op. In geschil is onder andere of X BV heeft doen blijken dat in 2021 met de aan A ter beschikking gestelde auto niet meer dan 500 kilometer privé is gereden

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat sprake is van het wettelijk vermoeden van privégebruik omdat vaststaat dat de auto ter beschikking is gesteld. Het is dus aan X BV om overtuigend aan te tonen dat de auto op jaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer is gebruikt voor privédoeleinden. De door X BV overgelegde rittenregistratie vormt geen betrouwbare weergave van het werkelijk gebruik van de auto, waardoor deze niet sluitend is en in zijn geheel door de rechtbank wordt verworpen. Met de overgelegde aanvullende informatie doet X BV evenmin blijken dat A niet meer dan 500 kilometer privé heeft gereden in 2021. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet. De opgelegde verzuimboete is passend en geboden. Het beroep van X BV is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Wet op de loonbelasting 1964 13bis

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Loonbelasting

Editie: 2 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

310

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen