Nederland houdt bij verdragsonderhandelingen rekening met de bijzondere positie van ontwikkelingslanden. Dat antwoordt staatssecretaris Vijlbrief van Financiën op Kamervragen van het lid Leijten (SP) naar aanleiding van de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid.

In de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020 is de bereidheid verwoord om meer heffingsrechten aan ontwikkelingslanden toe te kennen, bijvoorbeeld door een hoger bronbelastingtarief te accepteren dan een ontwikkelingsland in zijn belastingverdragen met Nederland vergelijkbare landen is overeengekomen. Het ontwikkelingsland moet dan wel aantonen een nieuwe beleidslijn op dat punt te hebben.

Verder is Nederland in relatie tot de armste ontwikkelingslanden bereid een bronstaatheffing voor betalingen voor technische diensten overeen te komen, met als voorwaarde dat de technische diensten moeten zijn verricht in het ontwikkelingsland. Tevens wordt in lijn met verdragsbeleid belang gehecht aan het opnemen van antimisbruikbepalingen in belastingverdragen zodat het ontwikkelingsland niet ten onrechte in zijn heffingsbevoegdheid wordt beperkt.

Ook heeft Nederland in relatie tot ontwikkelingslanden in de afgelopen jaren meer begrip getoond voor onder meer verzoeken om een uitgebreider begrip vaste inrichting in het belastingverdrag op te nemen of om relatief hoge bronbelastingtarieven in het belastingverdrag op te nemen.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 23 september

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen