Belanghebbende, X, is gebruiker van een bedrijfspand in de gemeente Breda. In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente X terecht een aanslag ‘bijdrage bedrijfsinvesteringszone' van € 1.103 heeft opgelegd. X voert in beroep aan dat hij niet van de voorgenomen invoering van de BIZ-bijdrage op de hoogte is geweest en geen stembiljet heeft ontvangen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de aanslag BIZ-bijdrage omdat aannemelijk is dat X niet is geïnformeerd door de ondernemersvereniging en de gemeente niet heeft bewezen dat hij een stembiljet heeft ontvangen. Daardoor heeft X geen invloed kunnen uitoefenen op het instellen van de BIZ-heffing.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in navolging van de rechtbank dat de BIZ-verordening onverbindend is jegens X die geen stembiljet heeft ontvangen voor de draagvlakmeting. Het hof acht aannemelijk dat X door de ondernemersvereniging niet was geïnformeerd over het instellen van een BI-zone. De heffingsambtenaar maakt niet aannemelijk dat X het stembiljet voor de draagvlakmeting heeft ontvangen. Daardoor heeft X geen invloed kunnen uitoefenen op het instellen van de BI-zone en het opleggen van de BIZ-heffing. Uit de wetsgeschiedenis leidt het hof af dat schending van de draagvlakmeting maakt dat de verordening jegens X onverbindend is. Hieraan doet niet af dat X de Verordening en de BIZ-heffing niet had kunnen tegenhouden door tegen te stemmen.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 17 april