Rechtbank Den Haag oordeelt dat de aansprakelijkstelling te hoog is omdat er bodembeslag was gelegd. De ontvanger wist dus op dat moment dat er betalingsproblemen waren.

Belanghebbende, de heer X, is medebestuurder van X bv die een restaurant exploiteert. In geschil is of X op 8 oktober 2014 terecht hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de naheffingsaanslagen loonbelasting van X bv (inclusief kosten, invorderingsrente en boetes). X bv is op 15 oktober 2014 op eigen verzoek failliet verklaard. Aangezien X bv op 10 juli 2014 verzocht om een betalingsregeling, is de aansprakelijkheid beperkt tot de tot dat moment opgelegde aanslagen.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de aansprakelijkstelling te hoog is omdat reeds op 8 april 2014 bodembeslag was gelegd. De ontvanger wist dus op dat moment dat X bv de betalingsproblemen had. De beschikking moet worden verminderd tot een aansprakelijk voor de onbetaald gebleven aanslagen met een dagtekening vóór 8 april 2014. Voor het overige is de aansprakelijkstelling terecht. X maakt niet aannemelijk dat het niet melden van de betalingsonmacht niet aan hem is te wijten. Hij wordt daarom niet toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. X stelt vergeefs dat de medebestuurder, die verantwoordelijk was voor de financiën (zie 15/3136), ziek was. In de medische verklaring staat alleen dat de medebestuurder lichamelijke klachten had en dat daardoor psychische klachten zouden kunnen ontstaan. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 9 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen