Belanghebbende, X, drijft in de vorm van een eenmanszaak een steakhouse c.q. afhaal-grillrestaurant. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur de nu in geschil zijnde aanslag IB/PVV 2003 op aan X.
Hof Amsterdam oordeelt dat de bevindingen van het boekenonderzoek een nieuw feit opleveren dat navordering rechtvaardigt. Het hof is het met de inspecteur eens dat de aangifte IB/PVV 2003 van X, en met name het daarin gehanteerde brutowinstpercentage van 137%, geen reden gaf tot het instellen van een ander onderzoek of het inwinnen van informatie. Gelet op de gebreken in de administratie, acht het hof omkering en verzwaring van de bewijslast op zijn plaats. Anders dan de rechtbank acht het hof de schatting van het inkomen van X door de inspecteur redelijk. Ook de beslissing van de rechtbank om de boete te verminderen van 50% naar 25% draait het hof terug. Het incidentele hoger beroep van de inspecteur is daarmee gegrond. Het principale hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16 en 27e