
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er geen sprake is van een voordeel voor X. De rechtbank verwijst daarbij naar haar uitspraak in de zaak over de correctie bij A bv. In die zaak oordeelt de rechtbank dat de inspecteur het door A bv in aftrek gebrachte transactieresultaat van negatief € 140.400 ten onrechte heeft geweigerd.
Belanghebbende, X, is de dga van A bv. Eind 2010 sluit X en/of nader te noemen meester een koopovereenkomst met betrekking tot een bedrijfspand. De koopprijs bedraagt € 585.000. Het pand wordt verhuurd aan Q bv, een bv die is gelieerd aan X en aan A bv. Q bv gaat in 2012 failliet, waarop aan de makelaar een verkoopopdracht wordt gegeven. De vraagprijs bedraagt € 620.000. Het pand wordt op 2 januari 2014 geleverd aan A bv, en direct daarop geleverd aan Z bv. Z bv betaalt € 450.000. A bv brengt het negatieve verkoopresultaat van € 140.400 op het pand in aftrek als buitengewone last. De inspecteur corrigeert dit en neemt het bedrag van € 140.400 bij X in aanmerking als een winstuitdeling. Volgens de inspecteur is het X die het verlies heeft geleden.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er geen sprake is van een voordeel voor X. De rechtbank verwijst daarbij naar haar uitspraak in de zaak over de correctie bij A bv (Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24 mei 2022, nr. 19/2656). In die zaak oordeelt de rechtbank dat de inspecteur het door A bv in aftrek gebrachte transactieresultaat van negatief € 140.400 ten onrechte heeft geweigerd. De rechtbank vernietigt de aan X opgelegde navorderingsaanslag.
Lees ook het thema: Navordering.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.12
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 3 juni
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel