X woont vanaf medio 2014 in een nieuwbouwhuis. De bouwkosten hiervan zijn € 639.028. Van de totale woonoppervlakte gebruikt X 25% als kantoor. X is IB-ondernemer en vormt samen haar bv een vof. Aanvankelijk rekent X de woning geheel tot haar buitenvennootschappelijke ondernemingsvermogen. Eind 2014 wordt de vof-structuur omgezet in een bv-structuur. In het kader hiervan brengt X de woning over naar privé. Op basis van een taxatiewaarde van € 580.000 en waardedruk wegens zelfbewoning claimt X een aftrekbaar boekverlies van € 262.028. Volgens de inspecteur is de woning alleen ondernemingsvermogen geworden om dit verlies te realiseren en dat is fraus legis. Volgens Rechtbank Noord-Nederland moet de vermogensetikettering worden gevolgd, ongeacht of mogelijk toen al duidelijk was dat de woning het ondernemingsvermogen zo snel weer zou verlaten. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het volstrekt doorslaggevende motief voor de rechtshandelingen het verijdelen van inkomstenbelasting is. Hoewel dus aan het motiefvereiste wordt voldaan, maakt de inspecteur niet aannemelijk dat van tevoren al vaststond dat de vof zo kort zou blijven bestaan. Nu evenmin het realiteitsgehalte van de vof is bestreden, is er geen strijd met doel en strekking van de Wet IB 2001. Aan het normvereiste wordt dus niet voldaan, zodat het boekverlies niet met toepassing van het leerstuk van fraus legis kan worden geweigerd. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 4 april