De inspecteur constateert bij een controle een aansluitingsverschil van € 103.034 bij X bv. De inspecteur kondigt vervolgens aan dat hij een btw-naheffingsaanslag zal opleggen en daarbij een boete van 10% zal opleggen, die maximaal € 4920 per boek- of kalenderjaar bedraagt. Vervolgens wordt een btw-naheffingsaanslag van € 103.034 opgelegd over het tijdvak 1 maart 2008 - 31 december 2010, en een boete van € 4537, met de vermelding ‘10% van 103.034'. Na controle van de door X bv verstrekte gegevens, verlaagt de inspecteur het aansluitingsverschil voor 2008 van € 56.400 naar € 13.629. X bv is het niet eens met de hoogte van de boete. Die moet volgens haar € 10% van € 13.629 bedragen. Verder stelt X bv dat de opgelegde boete van € 4537 niet op het gehele naheffingstijdvak betrekking heeft of kan hebben. In hoger beroep merkt de inspecteur op dat een naheffingsaanslag met een boete per kalenderjaar moest worden opgelegd, en dat hij niet weet waarom de boete € 4537 bedraagt. Volgens de inspecteur had de boete namelijk 10% van € 60.263 moeten bedragen.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de bij de naheffingsaanslag opgelegde boete van € 4537 alleen betrekking kan hebben op het jaar 2008. Dat is namelijk het maximumbedrag van de boete die voor 2008 kon worden opgelegd. Door de vermindering van de over 2008 nageheven btw moet de boete volgens het hof worden verminderd tot 10% van € 13.629. Het hof overweegt daarbij dat, conform het BBB, de naheffingsaanslag met een boete per kalenderjaar moet worden opgelegd en dat op een aanslagbiljet de boete per jaar wordt vermeld. Verder merkt het hof op dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat hij slechts één boete over alle kalenderjaren had willen opleggen.
Wetsartikelen:
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 24
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c