In haar IB-aangifte 2012 brengt X giften aan stichting Q in aftrek. De aanslag wordt conform de aangifte opgelegd. In 2015 start de FIOD een strafrechtelijk onderzoek naar Q en haar bestuurders in verband met het opmaken van valse giftkwitanties en/of donatieverklaringen van Q en het gebruik hiervan bij het doen van IB-aangiften. Naar aanleiding van het FIOD-onderzoek legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag 2012 op aan X. In geschil is of de inspecteur daarbij terecht een vergrijpboete van 75% heeft opgelegd. Rechtbank Den Haag vermindert de boete naar 50%.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet slaagt in het bewijs dat het aan opzet of grove schuld van X is te wijten dat te weinig belasting is geheven. Het Hof vernietigt de boetebeschikking. Het hof overweegt daarbij dat de door inspecteur aangevoerde feiten en omstandigheden voornamelijk zien op de handelwijze bij Q in het algemeen en niet zijn te herleiden tot X. Uit het FIOD-onderzoek blijkt de werkwijze binnen Q ten aanzien van de kwitanties, maar niets duidt er op dat X betrokken was bij de handel in valse kwitanties. De inspecteur heeft volgens het hof wel terecht aftrek van de giften geweigerd.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.32
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 1 februari