Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het onduidelijk is waarom ten aanzien van rechtspersonen als "professionele groep" standaard een hogere verzuimboete op zijn plaats zou zijn.

X bv heeft te laat VPB-aangifte over 2010 gedaan. Na herinnering en aanmaning was de uiterste datum 18 juli 2012. Na de ambtshalve aanslag is de aangifte in december 2012 alsnog ingediend. In geschil is of aan X bv terecht een verzuimboete is opgelegd van € 2460. X bv stelt de boete niet passend te vinden, omdat sprake is van een negatief resultaat, er geen sprake is van recidive en omdat ondernemers toch al in een moeilijke tijd verkeren. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het onduidelijk is waarom ten aanzien van rechtspersonen als "professionele groep" standaard een hogere boete op zijn plaats zou zijn. In casu wordt de onderneming van belanghebbende weliswaar gedreven in de vorm van een BV, maar vertoont de aard van de onderneming - belanghebbende heeft geen personeel in dienst - in wezen geen verschil ten opzichte van een als eenmansbedrijf gedreven onderneming. De rechtbank acht de rechtsvorm alleen dan ook onvoldoende rechtvaardiging voor een verschil in behandeling met betrekking tot de boeteoplegging in gevallen als het onderhavige. Gelet hierop zal de rechtbank de boete matigen tot een niveau dat meer passend is bij de litigieuze gedraging, het niet (tijdig) doen van aangifte. Mede in aanmerking genomen het gegeven dat belanghebbende ook in de jaren 2008 en 2009 de aangifte te laat heeft ingediend, bepaalt de rechtbank de verzuimboete nader op € 500. Het beroep van X bv is deels gegrond.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 19 november

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen