X bv verkoopt in september 2013 twee percelen grond voor € 3,5 mln. Uit een boekenonderzoek blijkt dat ter zake van deze verkoop geen btw is afgedragen. De inspecteur legt daarom een btw-naheffingsaanslag met een boete van € 50.000 op aan X bv. Vervolgens betaalt de koper op 25 april 2014 de verschuldigde btw. In geschil is of terecht een boete is opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de boete terecht is opgelegd. Volgens de rechtbank heeft X bv namelijk ernstig verwijtbaar gehandeld waardoor te weinig btw is voldaan. Omdat het in de verkoopakte was opgenomen, wist X bv volgens de rechtbank dat er in verband met de verkoop btw was verschuldigd. Desondanks nam X bv de omzet op in de rubriek 1e ‘leveringen/diensten belast met 0% of niet bij u belast'. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat in beginsel een boete van 25% op zijn plaats is, en dat de boete in zoverre dan ook niet disproportioneel is. Verder heeft de inspecteur de boete substantieel gematigd in verband met de financiële omstandigheden van X bv. In verband met de overschrijding van de redelijke termijn, vermindert de rechtbank de boete vervolgens zelfs nog naar € 42.500.
Lees ook Thema: Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 19 juli