X bv exploiteert een installatiebedrijf. Vanwege het ten onrechte toepassen van de afdrachtvermindering onderwijs krijgt X bv een naheffingsaanslag voor het jaar 2008 opgelegd met een vergrijpboete. Bij uitspraak op bezwaar is de naheffingsaanslag verminderd tot € 34 516 en de boete is verminderd tot € 3450. De beschikking heffingsrente van € 5201 is gehandhaafd. X bv komt in beroep.
Rechtbank Gelderland overweegt dat niet in geschil is dat de beschikking heffingsrente bij uitspraak op bezwaar ten onrechte niet is verminderd overeenkomstig de vermindering van de aanslag. De rechtbank past de beschikking heffingsrente alsnog aan. Verder beslist de rechtbank dat X bv onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de betreffende werknemers daadwerkelijk een opleiding hebben gevolgd die voldeed aan de vereisten van artikel 14, eerste lid, onder d, van de WVA juncto artikel 7.3 van de WHW. X bv heeft geen recht op afdrachtvermindering. De naheffingsaanslag wordt gehandhaafd. Volgens de rechtbank kan X bv ten aanzien van haar handelwijze niet een zodanig verwijt worden gemaakt dat een vergrijpboete op zijn plaats is. X bv heeft aannemelijk gemaakt dat zij in deze fiscaal complexe materie is afgegaan op advies van de koepelorganisatie en dat de betreffende vijftien werknemers daadwerkelijk zijn ingeschreven bij de onderwijsinstelling en daar enige vorm van onderwijs hebben gevolgd, waarvoor X bv ook betaald heeft. De boetebeschikking wordt vernietigd. Ook krijgt X bv proceskostenvergoeding toegewezen. Het beroep van X bv is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 22 augustus