Aan de heer X is na een vergeefse herinnering en aanmaning een ambtshalve IB-aanslag over 2014, alsmede een verzuimboete van € 4920 opgelegd. Vanaf 2009 verzuimt X al om tijdig aangifte te doen. In verband daarmee zijn eerder boetes opgelegd van € 226 (2009), € 984 (2010), € 984 (2011), € 4.920 (2012), € 4.920 (2014) en € 369 (2015). Over 2013 is ondanks het verzuim geen boete opgelegd. In maart 2017 wordt de administratie van X door de FIOD in beslag genomen. Volgens Rechtbank Gelderland is de boete terecht. X stelt in hoger beroep dat hij door beslag van de FIOD geen aangifte kon doen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X al in oktober 2015 in gebreke was, zodat de veel latere inbeslagname door de FIOD geen geldig excuus is. In casu is sprake van stelselmatig verzuim. Het maakt niet uit dat over 2013 geen boete is opgelegd. Met de afschaffing van de verzuimenreeks in paragraaf 21 BBBB wordt namelijk niet langer onderscheid gemaakt tussen beboetbare en beboete verzuimen. De boete wordt vanwege de slechte financiële situatie van X wel gematigd tot € 369. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 2015-2 21
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 26 augustus