Belanghebbende, X bv, is de houdstermaatschappij van het B-concern. In verband met het loon, en een winstrecht, van een van de werknemers, D, legt de inspecteur een naheffingsaanslag crisisheffing, met een boete, op aan X bv. De adviseur die de aangiften loonheffingen verzorgt, heeft namelijk geen rekening gehouden met het winstrecht. X bv stelt dat de crisisheffing in strijd is met art. 1 EP EVRM. Verder is X bv het niet eens met de boete, omdat de aangifte is verzorgd door een zorgvuldig gekozen en deskundige adviseur.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat er geen sprake is van avas, en dat de boete terecht is opgelegd. Volgens de rechtbank had X bv namelijk extra aandacht aan de verloning van het winstrecht moeten besteden, omdat X bv de verplichting tot verloning van het winstrecht had overgenomen van haar dochtervennootschap. X bv had betere afspraken met haar adviseur moeten maken. Voor het overige verwijst de rechtbank naar de arresten van de Hoge Raad van 29 januari 2016, over de strijdigheid van de crisisheffing met art. 1 EP EVRM. De naheffingsaanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Wet op de loonbelasting 1964 32bd
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 16 augustus