In een KB-Lux zaak zijn aan X over een aantal jaren (navorderings) aanslagen ib/pvv, vb en Zvw opgelegd met boetes. Dit in verband met een verzwegen bankrekening bij de KB Lux. X ontkent houder te zijn (geweest) van zo'n bankrekening en komt in beroep. Rechtbank 's-Gravenhage overweegt dat de (navorderings)aanslagen en boetes terecht aan X zijn opgelegd. Gelet op de combinatie van de voor- en achternaam van X op het renseignement en op de omstandigheid dat in het BVR-systeem maar één persoon voorkomt met dezelfde achternaam en voorletter (s) als die van X, heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat X rekeninghouder is (geweest) van die bankrekening bij de KB-Lux. De door de inspecteur in beroep aangedragen schatting van het inkomen is redelijk. Dat de correcties hoger zijn dan het uit het renseignement blijkende saldo hangt samen met de modelmatige berekening die de inspecteur – volgens de rechtbank terecht – heeft gehanteerd. Wel dienen de boetes te worden gematigd met 20%, omdat de hoogte van de verschuldigde belasting is komen vast te staan met toepassing van de omkering van de bewijslast. Tevens dienen de boetes te worden gematigd met 20% wegens undue delay. De beroepen zijn gegrond, met uitzondering van het beroep dat is gericht tegen de aanslag Zvw over het jaar 2006.
Wetsartikelen:
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 6 mei