Belanghebbende, X bv, verkoopt in 2015 de aandelen in haar drie dochtervennootschappen voor in totaal € 30 mln. Na de verkoop verstrekt X bv afscheidsbonussen ter hoogte van € 1,5 mln aan het voltallige personeel van de drie dochters. De inspecteur staat aftrek van de afscheidsbonussen niet toe omdat er volgens hem sprake is van verkoopkosten van een deelneming.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de afscheidsbonussen worden opgeroepen door de vervreemding van de deelnemingen. De kosten zouden zonder die vervreemding niet zijn gemaakt. Zij vormen dan ook verkoopkosten van de deelnemingen en zijn niet aftrekbaar. Verder kunnen de deelnemingen ook niet voorafgaand aan de verkoop een voorziening vormen voor deze kosten. Er wordt namelijk niet aannemelijk gemaakt dat de afscheidsbonussen kunnen worden toegerekend aan feiten en omstandigheden die zich in de periode voorafgaand aan de balansdatum hebben voorgedaan. Ook was de koper niet op de hoogte van de afscheidsbonussen. Er is geen enkel objectief bewijsstuk waaruit het voornemen van de dochters volgt. Het gelijk is aan de inspecteur.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 10 juni