Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X de afwaardering van de regresvordering van € 100.000 niet in aanmerking kan nemen als terbeschikkingstellingsverlies. X heeft bij de borgstelling gehandeld in zijn hoedanigheid van aandeelhouder.

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in A bv. In 2009 koopt A bv de aandelen B bv van een aantal autodealers. In het kader van de financiering door de bank verbindt X zich als borg voor maximaal € 100.000. De regresvordering van X is achtergesteld bij de lening van de bank. In verband met deze borgstelling wordt tussen X en A bv geen aparte overeenkomst opgesteld. Door de crisis vallen de resultaten B bv tegen. In 2011 - 2012 verkoopt A bv de aandelen B bv en wordt X als borg aangesproken. X waardeert zijn regresvordering van € 100.000 op A bv af als terbeschikkingstellingsverlies ten laste van zijn belastbaar inkomen uit werk en woning. Volgens de inspecteur is de borgstelling echter onzakelijk.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X de afwaardering van de regresvordering van € 100.000 niet in aanmerking kan nemen als terbeschikkingstellingsverlies. X heeft bij de borgstelling gehandeld in zijn hoedanigheid van aandeelhouder. Het is volgens het hof niet aannemelijk dat een derde bereid zou zijn geweest om, anders dan tegen een feitelijk winstdelende rente, A bv een bij de leningen van de bank achtergestelde lening voor de financiering van de verwerving van de aandelen B bv te verstrekken. Verder acht het hof van belang dat het eigen vermogen van A bv gering is, X voor de borgstelling geen zekerheden bij A bv heeft bedongen, (andere) afspraken tussen X en A bv over de borgstelling ontbreken en geen datum is afgesproken waarop de borgstelling eindigt. Het gelijk is aan de inspecteur.

Lees ook het thema De terbeschikkingstellingsregelingen

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 30 november

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen