Hof Den Haag oordeelt dat ten aanzien van de bouw van de geconditioneerde schuren sprake is van bijzondere omstandigheden, in verband met een bouwverbod door de gemeente. X mag de HIR voor een bedrag van € 91.500 handhaven.

X exploiteert met zijn broer, in VOF-verband, een tuinbouwbedrijf. In 2010 wordt in verband met de verkoop van grond een HIR gevormd. In 2014 wordt met een door X en zijn broer ontwikkelde winkelformule begonnen. De VOF koopt een pand voor de nieuwe onderneming. X boekt in verband met de investeringen in de nieuwe onderneming € 496.000 af op de HIR. Verder laat hij een bedrag van € 75.000 belast vrijvallen, waarna de HIR ultimo 2014 nog € 91.500 beloopt. De inspecteur corrigeert een aantal posten met betrekking tot de HIR en laat het restant van de HIR belast vrijvallen. Rechtbank Den Haag stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep dat de herinvestering in twee schuren is vertraagd door bijzondere omstandigheden.

Hof Den Haag oordeelt dat ten aanzien van de bouw van de geconditioneerde schuren sprake is van bijzondere omstandigheden, in verband met een bouwverbod door de gemeente. Met het ondertekenen van het koopcontract voor de bouw van de geconditioneerde schuren is een begin van uitvoering gegeven aan de bouw van de geconditioneerde schuren. Dat pas in 2022 met de bouw is begonnen acht het hof niet van belang. X mag de HIR voor een bedrag van € 91.500 handhaven. Verder staat het hof aftrek van een aantal kosten toe. Het hoger beroep is gegrond.

Lees ook het thema Herinvesteringsreserve: onbelaste boekwinst voor herinvesteren in nieuwe bedrijfsmiddelen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.54

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 22 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

281

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen