Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de forfaitaire rendementsheffing van box 3, in het geval van X, niet in strijd is met het Europees eigendomsrecht.
Tot de grondslag voor de vermogensrendementsheffing voor het jaar 2014 van X behoren bezittingen, bestaande uit spaartegoeden, met een waarde van in totaal € 149 290. Rekening houdend met het heffingvrije vermogen van € 21 139 bedraagt de grondslag sparen en beleggen € 128 151 en het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen € 5126. De daarover verschuldigde belasting (30 percent) bedraagt € 1537. Het beroep van X tegen de aanslag ib/pvv voor het jaar 2014 wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep. In geschil is of de forfaitaire rendementsheffing van box 3 in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM (hierna: EP). X voert onder meer aan dat het door de wetgever veronderstelde rendement van vier percent niet meer haalbaar is, en dat ten gevolge van een disproportioneel hoge belastingdruk in box 3 (door de jaren heen) sprake is van een aantasting van zijn vermogen.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is van strijdigheid met artikel 1 EP geen sprake. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat het destijds door de wetgever voor een lange reeks van jaren veronderstelde rendement van vier percent voor particuliere beleggers in 2014 niet meer haalbaar was. Anders dan X betoogt, is voor het aannemen van een inbreuk op artikel 1 EP niet voldoende dat het rendement van een bepaalde bezitting – in dit geval spaartegoeden – structureel blijft beneden de vier percent van het daarin geïnvesteerde vermogen. Van een individuele en buitensporig zware last voor X is ook geen sprake. Ten opzichte van de in het jaar 2014 door X werkelijk genoten rente van € 2690, bedraagt de vermogensrendementsheffing € 1537, hetgeen niet als buitensporig zwaar kan worden aangemerkt. Ook voor een langere reeks van jaren wordt X niet geconfronteerd met een buitensporig zware last. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Europees belastingrecht
Dossiers: Box 3
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 27 maart