De Hoge Raad oordeelt dat er voor 2017 en 2018 geen sprake is van een individuele en buitensporige last ten aanzien van X. De box 3-heffing blijft dan ook in stand. Voor de jaren 2015 en 2016 verwijst de Hoge Raad naar het arrest van 20 mei 2022, 21/04407.

X is het niet eens met de door hem verschuldigde box 3-heffing over zijn vermogen. Voor het jaar 2017 bedraagt de belastingdruk 487%. Hij is dan ook van mening dat de box 3-heffing in strijd is met art. 1 EP EVRM. Hof Amsterdam oordeelt dat de box 3-heffing voor de jaren 2015 - 2018 ten aanzien van X niet een individuele en buitensporige last tot gevolg heeft. X gaat in cassatie. Hij stelt daarbij, onder verwijzing naar het Kerst-arrest (Hoge Raad 24 december 2021, nr. 21/01243, V-N 2022/2.3), dat voor alle jaren rechtsherstel moet worden geboden.

De Hoge Raad oordeelt dat er voor 2017 en 2018 geen sprake is van een individuele en buitensporige last ten aanzien van X. De box 3-heffing blijft dan ook in stand. Voor de jaren 2015 en 2016 verwijst de Hoge Raad naar het arrest van 20 mei 2022 (21/04407, V-N 2022/23.3) en stelt vervolgens vast dat het betoog van X faalt. De Hoge Raad gaat verder nog in op het arrest van 20 mei 2022 (21/03587, V-N 2022/23.4) over de procedure met betrekking tot verzoeken om ambtshalve vermindering en de taak van de rechter daarin. Het beroep in cassatie van X is ongegrond.

Lees ook het Dossier Box 3.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 1

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen

Dossiers: Box 3

Instantie: Hoge Raad

Editie: 6 februari

29

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen