A-G Wattel is van mening dat grondrechtelijk alleen van belang is of de Herstelwet X1 en X2 in strijd met het EVRM discriminatoir en/of confiscatoir belast. Een schending van EVRM-rechten kan pas worden aangenomen als het feitelijke nettorendement significant lager is dan het wettelijke op het gehele vermogen.

X1 en X2 zijn echtgenoten en hun box 3-vermogen bestaat op 1 januari 2018 uit onder meer aandelen in de reserves van drie verenigingen van eigenaren (VvE's). Hun totale nettovermogen is € 1.328.507, waarvan de VvE-reserves € 10.807 (0,8%) uitmaken. In hoger beroep is niet meer in geschil dat de aanslag overeenkomstig het Besluit rechtsherstel box 3 (V-N 2022/34.3) moet worden verminderd. Hof Arnhem-Leeuwarden belast de VvE-reserves als een spaarsaldo met een rendement van 0,12%. De Staatssecretaris van Financiën stelt in cassatie dat het hof niet had mogen afwijken van het Besluit en de VvE-reserves als 'overige bezittingen' met een rendement van 5,38% had moeten belasten.

Advocaat-Generaal Wattel is van mening dat grondrechtelijk alleen van belang is of de Herstelwet X1 en X2 in strijd met het EVRM discriminatoir en/of confiscatoir belast. Een schending van EVRM-rechten kan pas worden aangenomen als het feitelijke nettorendement significant lager is dan het wettelijke op het gehele vermogen. Het zou de feitenrechtspraak zeer helpen als de Hoge Raad die significantie kwantificeert, dus aangeeft in hoeverre zijn term ‘op rechtsherstel gerichte compensatie’ in het Kerstarrest (HR 24 december 2021, 21/01243, V-N 2022/2.3) een marge toelaat tussen heffing op basis van het werkelijke nettorendement en heffing op basis van het wettelijke rendement. De zaken moeten volgens de A-G terug naar de feitenrechter om het feitelijke nettorendement op het totale vermogen te bepalen. Als het verschil met het wettelijke rendement binnen de te formuleren tolerantiemarge blijft, dan moet het verwijzingshof de hogere beroepen afwijzen, hoezeer het feitelijke nettorendement op enig specifiek vermogensbestanddeel mogelijk ook lager is dan het wettelijke rendement op dat specifieke bestanddeel. Als dat verschil buiten die tolerantiemarge valt, dan moet de box 3-grondslag worden verlaagd naar het werkelijke rendement. De A-G concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen van de Staatssecretaris.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 17a

Wet inkomstenbelasting 2001 5.1

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Rubriek: Inkomstenbelasting

Informatiesoort: VN Vandaag

Editie: 21 september

Dossiers: Box 3

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

781

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen