Naar aanleiding van een renseignement over een door X in Zwitserland aangehouden bankrekening sluiten X en de inspecteur eind 2017 een VSO over de na te vorderen IB 2005 - 2014. In 2018 ontvangt de inspecteur wederom een renseignement over een, andere, Zwitserse bankrekening van X. X is het niet eens met de hoogte van de door de inspecteur opgelegde IB-(navorderings)aanslagen 2015 en 2016.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de schattingen van de box 3-inkomens 2015 en 2016 van X in verband met de Zwitserse bankrekeningen redelijk zijn. De schattingen berusten namelijk op de concrete bedragen van de contante opnames en op het renseignement van de rekeningen. De rechtbank merkt daarbij op dat de stelling van X dat hij de contanten (deels) heeft uitgeleend aan bekenden hem niet kan baten. De daardoor ontstane vorderingen maken namelijk eveneens onderdeel uit van het box 3-inkomen. Ook de stelling van X dat meerdere personen toegang hadden tot de bankrekening baat hem niet. X heeft de gelden namelijk zelf opgenomen, zodat het op zijn weg had gelegen om inzicht te verschaffen aan wie het geld werkelijk toebehoort. Dat heeft X echter nagelaten. Met betrekking tot de bij de aanslagen opgelegde boeten van 225% overweegt de rechtbank dat deze passend en geboden zijn. In verband met undue delay worden de boeten nog wel verlaagd met 20%. De bij de navorderingsaanslagen opgelegde boeten worden vernietigd. De inspecteur toont namelijk niet overtuigend aan dat het aan de opzet van X is te wijten dat de aanslagen tot te lage bedragen zijn vastgesteld, omdat het niet aangegeven vermogen al bij de aanslagoplegging van X en zijn echtgenote is gecorrigeerd. Verder zijn de navorderingsaanslagen alleen maar opgelegd in verband met de keuze van X en de echtgenote om het box 3-vermogen geheel aan X toe te rekenen.
Wetsartikelen:
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 27
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 26
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 17 januari
Informatiesoort: VN Vandaag