X bv voldoet op 29 maart 2018 € 540 aan BPM voor de registratie van een Audi A1. De inspecteur ontvangt op 22 mei 2018 het bezwaar tegen de voldoening. In geschil is of het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard en of de inspecteur de hoorplicht heeft geschonden.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. X bv stelt vergeefs dat zij weliswaar de aangifte heeft gedaan, maar dat zij niet verantwoordelijk was voor de voldoening. De hoorplicht is ook niet geschonden. De gemachtigde van X bv heeft bij een hoorzitting de mogelijkheid voor een uitwisseling van standpunten met betrekking tot het onderhavige bezwaar bewust en zonder aanvaardbare redenen aan zich voorbij laten gaan. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 29 april