Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X bij de aangifte BPM van de geïmporteerde auto moet uitgaan van de waarde van de auto in herstelde staat en bovendien zonder rekening te houden met het schadeverleden en ten onrechte aangifte heeft gedaan naar de waarde in beschadigde staat.
X is het niet eens met een naheffingsaanslag BPM voor een geïmporteerde auto.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X bij de aangifte BPM van de geïmporteerde auto moet uitgaan van de waarde van de auto in herstelde staat en bovendien zonder rekening te houden met het schadeverleden. X heeft ten onrechte aangifte gedaan naar de waarde in beschadigde staat. Heffing van BPM is mogelijk ter zake van de registratie van de auto in het kentekenregister alsmede ter zake van de aanvang van het gebruik van de weg met een niet geregistreerde auto. De wetgever heeft echter slechts een eenmalige heffing beoogd voor een auto ter zake van het toetreden van die auto tot het verkeer op de Nederlandse openbare weg (HR 16 december 2011, BNB 2012/48). In dit geval moet worden aangesloten bij één belastbaar feit, namelijk de registratie van de auto in het kentekenregister. Nu op het moment van de aangifte de auto volledig was hersteld, moet worden uitgegaan van de waarde in herstelde toestand. De rechtbank sluit voor de handelsinkoopwaarde aan bij de namens X uitgevoerde taxatie. X maakt echter niet aannemelijk dat die waarde nog moet worden bijgesteld vanwege het schadeverleden van de auto.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 17 mei