Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de middelingsteruggaaf terecht op slechts € 13 heeft berekend. De inspecteur informeert bij de gemeente of het bruteren van de nabetalingen wel goed is gegaan.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar onvoldoende inzicht heeft geboden in de waarde-opbouw van de woning in relatie tot de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten, waardoor de WOZ-waarde niet aannemelijk is gemaakt.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Met wat hij aanvoert, levert hij het bewijsvermoeden dat X contante betalingen heeft ontvangen die niet in zijn aangiften zijn opgenomen. De aanslagen zijn correct.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X bv niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Met wat hij aanvoert, levert hij het bewijsvermoeden dat X bv contante betalingen heeft ontvangen die niet in haar aangifte zijn opgenomen. De aanslag is correct.

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur terecht aansluiting heeft gezocht bij de BTW-cijfers. Er hoeft geen rekening te worden gehouden met de ondernemerskosten en mkb-winstvrijstelling. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof Amsterdam onderzoekt of voorwaardelijke opzet voor het doen van onjuiste aangifte is bewezen. De deels met omkering van de bewijslast vastgestelde winstcorrectie geeft onvoldoende duidelijkheid over de feiten en omstandigheden rond de vraag of X bewust was van de foute aangifte. Het hof vernietigt daarom de vergrijpboete. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Advocaat-generaal Ettema concludeert dat art. 22 lid 1 Wet OB 1968 geen rechtsgrond biedt om rente op achterstallen te berekenen over de BTW bij invoer. Volgens de A-G is de schakelbepaling van art. 22 lid 1 Wet OB 1968 namelijk onvoldoende duidelijk, nauwkeurig en voorzienbaar.

Hof Amsterdam oordeelt dat de handelsinkoopwaarde alleen kan worden ontleend aan een koerslijst, omdat er niet meer dan normale gebruiksschade is. De koerslijst kent het schadeverleden niet als variabele.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat voor inschrijving van een auto is vereist dat essentiële gebreken moeten zijn hersteld. De rechtbank verwijst daarbij naar doel en strekking van de Wet BPM 1992.

Per 1 juli 2024 treedt opnieuw een deel van de Wet vrachtwagenheffing in werking.

Organisaties met honderd of meer werknemers moeten binnenkort gaan bijhouden hoeveel CO2 hun personeel uitstoot bij zakelijk verkeer en woon-werkverkeer, tot groot ongenoegen van midden- en kleinbedrijven. Niet alleen het aantal afgelegde kilometers moet worden bijgehouden, maar ook het soort vervoermiddel en het brandstoftype dat wordt gebruikt. "De kosten en administratieve lasten zijn disproportioneel hoog", zegt voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland. "Het is eigenlijk waanzin ten top."

Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de laatste ‘hand aan de kraan’-analyse over de stand van zaken stimulering elektrische auto’s aangeboden aan de Tweede Kamer. De systematiek is alleen vastgelegd voor de periode tot en met 2024.

Hof Amsterdam oordeelt dat vanwege het ontbreken van schade geen taxatierapport mag worden gebruikt.

Volgens de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) is de financiële impact van het toepassen van het laagtarief voor het schorsen van kampeerauto’s aanzienlijk is en is er in dat geval meer compensatie nodig uit andere tarieven. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer.

Het ziet er niet naar uit dat de nieuwe coalitie werk gaat maken van rekeningrijden. Tijdens een debat herhaalden PVV, NSC en BBB dat zij niets zien in die maatregel. De VVD wilde zich er nog niet duidelijk voor of tegen uitspreken.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de laadbak met overkapping niet voldoet aan de inrichtingseisen voor een bestelauto, zodat de naheffing naar het personenautotarief terecht is. Het beroep is uitsluitend gegrond omdat de inspecteur stelt dat de boete tot 50% verminderd dient te worden.

Volgens de Kennisgroep auto is het voor de naheffing van motorrijtuigbelasting niet van belang of voor een voertuig een nihiltarief of een vrijstelling van toepassing is, wanneer het niet in de bedrijfsvoorraad is opgenomen.