Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de auto feitelijk aan de heer X ter beschikking stond en dat de BPM-naheffing dus terecht is.

De heer X wordt in vier maanden tijd diverse keren als bestuurder aangetroffen in een VW Golf met Duits kenteken. De auto is van zijn zwager die vaak via Schiphol op reis is. X mag de auto dan gebruiken. In geschil is de BPM-nahefing van € 3925, alsmede de 10% verzuimboete.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de auto feitelijk aan X ter beschikking stond en dat de naheffing dus terecht is. Het maakt niet uit dat hij niet de eigenaar van de auto is en dat zijn zuster hem als passagier vaak vergezelde. De boete is ook terecht. X heeft namelijk ook na de ontvangst van een schriftelijke waarschuwing in het gebruik van de auto volhard. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 12b

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 9 juni

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen