X bv doet BPM-aangifte voor een auto van ruim 10 jaar oud met een km-stand van 82.120. Volgens het taxatierapport is de handelsinkoopwaarde in beschadigde staat € 5977 en wordt € 750 aan BPM voldaan. Vier dagen na de aangiftedatum is de auto verkocht voor € 28.500. In geschil is de naheffing van € 2043. X bv beroept zich op het vertrouwensbeginsel, omdat geen hertaxatie in opdracht van de inspecteur heeft plaatsgevonden.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur met zijn ‘kritische beschouwing’ van het door X bv overgelegde taxatierapport X bv's stellingen voldoende gemotiveerd heeft betwist. Het is niet vereist dat de inspecteur zelf een taxatie laat uitvoeren. Het vertrouwensbeginsel is niet van toepassing, omdat geen mededeling is gedaan dat de aangifte werd geaccepteerd. X maakt niet aannemelijk dat de auto echte schade had. De auto is namelijk vier dagen na de aangifte verkocht voor € 28.500, terwijl deze volgens de taxatie slechts € 5977 waard was. Na de aangifte moet de auto zes dagen in ongewijzigde staat blijven, zodat de taxatiewaarde niet realistisch is gegeven de werkelijke betaalde prijs bij de doorverkoop na vier dagen. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 16 februari