De Hoge Raad oordeelt dat in de uitspraak van het hof ligt besloten dat X BV in hoger beroep moet bewijzen dat de taxatiewaarde als geheel genomen, zoals door de rechtbank in goede justitie vastgesteld, te hoog is, en dat zij niet in dat bewijs is geslaagd.
X BV doet in 2018 BPM-aangifte voor een Mercedes-Benz S-klasse cabrio van slechts één jaar oud en voldoet € 11.984. Volgens de inspecteur is in het taxatierapport ten onrechte 100% van de schade afgetrokken. In geschil is de naheffingsaanslag van € 11.824. Rechtbank Den Haag verlaagt de aanslag tot € 9521 door voor het schadeverleden in goede justitie een aftrek toe te staan van € 5000. X BV stelt in hoger beroep dat voor het vaststellen van de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat de koerslijst van Eurotaxglass’s moet worden toegepast met bijstellingen voor de ‘markt- en dealersituatie’ en dat daarop de schade nog in mindering moet komen. Volgens Hof Den Haag staat de koerslijst-provider onder verwijzing naar HR 15 november 2019, 18/00246, V-N 2019/57.15 niet meer toe om de opties ‘markt- en dealersituatie’ aan te vinken. Voor de aftrek had X BV dus een individuele onderbouwing moeten geven. Door rekening te houden met een waardevermindering van 92% van de gecalculeerde schade heeft de inspecteur (meer dan) voldoende mate rekening gehouden met de waardevermindering. Gelet op de historische nieuwprijs van € 275.000 heeft de rechtbank de waardevermindering wegens het schadeverleden terecht vastgesteld op € 5000. De aanslag wordt vastgesteld op € 9566. X BV gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat in de uitspraak van het hof ligt besloten dat X BV in hoger beroep moet bewijzen dat de taxatiewaarde als geheel genomen, zoals door de rechtbank in goede justitie vastgesteld, te hoog is, en dat zij niet in dat bewijs is geslaagd. Het oordeel van het hof geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en kan, als verweven met waarderingen van feitelijke aard, in cassatie niet op juistheid worden onderzocht. X BV stelt ook vergeefs voor het eerst in cassatie dat de handelsinkoopwaarde bepaald moet worden met toepassing van de koerslijstmethode. Aangezien de toepasbaarheid daarvan een onderzoek van feitelijke aard vergt, kan dit standpunt niet tot cassatie leiden. Het beroep van X BV is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Editie: 10 maart
Informatiesoort: VN Vandaag