X doet BPM-aangifte voor een auto met schade en voldoet € 2210. Na hertaxatie door Domeinen stelt de inspecteur dat de auto geen enkele schade heeft. In geschil is de naheffingsaanslag van (uiteindelijk) € 2960. X stelt dat de tenaamstelling van de naheffingsaanslag onjuist is. Er staat namelijk een andere naam op, terwijl X de aanvraag voor het kenteken heeft gedaan.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er ondanks de geringe onvolkomenheid geen twijfel over is voor wie de aanslag is bedoeld. Het RSIN nummer op de aanslag is namelijk dezelfde als het RSIN nummer op de aangifte. Bovendien voert X dit punt nu pas aan, zodat er eerder kennelijk geen onduidelijkheid over was. Het beroep van X is alleen gegrond, omdat de aanslag na bezwaar is verlaagd en er toen geen bezwaarkostenvergoeding is toegekend.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 19 mei