Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat op het aanslagbiljet een essentieel element ontbreekt en dat de aanslag dus niet in stand kan blijven (zie HR 17 maart 2006, nr. 41558, V-N 2006/16.5).

X bv is ondernemer en doet maandelijks opgave van door haar ingevoerde en geregistreerde personenauto's. In geschil is of ter zake van zes van dergelijke auto's terecht een BPM-naheffingsaanslag van € 8.830 is opgelegd. Op de aanslag is geen naheffingstijdvak vermeld. X bv stelt dat de aanslag daarom moet worden vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat op het aanslagbiljet een essentieel element ontbreekt en dat de aanslag dus niet in stand kan blijven (zie HR 17 maart 2006, nr. 41558, V-N 2006/16.5). Het maakt niet uit dat gelijktijdig met de aanslag een controlerapport is verzonden. In dat rapport is namelijk evenmin een tijdvak van naheffing vermeld en er staat ook niet in op welke data de zes auto's op naam van X bv zijn gesteld. Het beroep van X bv is gegrond. X bv heeft recht op een proceskostenvergoeding van € 1.005 en een schadevergoeding van € 500 wegens het overschrijden van de redelijke termijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 8

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 31 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen