Staatssecretaris Snel van Financiën spreekt beweringen van de autobranche tegen dat de BPM op dit moment al is gestegen als gevolg van de Worldwide Harmonised Light Vehicle Test Procedure (WLTP-testmethode). Dat antwoordt de bewindsman op Kamervragen van de leden Dijkstra en Lodders (beiden VVD) over het bericht dat de verkoop van personenauto’s flink is gezakt in het eerste halfjaar van 2019.
Op dit moment geldt de NEDC-testmethode voor de heffingsgrondslag van de BPM. Per 1 juli 2020 wordt de CO2-uitstoot vastgesteld conform de WLTP-testmethode (V-N 2019/36.18). De CO2-uitstoot vastgesteld volgens laatstgenoemde testmethode is gemiddeld hoger dan die volgens de NEDC-testmethode. Dit betekent ook een hogere BPM. Het kabinet wil echter niet dat dit leidt tot een stijging van de totale BPM-opbrengst. Daarom worden in het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2020 de BPM-tarieven en CO2-schijflengtes aangepast.
Vanuit de autobranche zijn er berichten over een daling van de verkoopaantallen van nieuwe auto’s met ca. 10% in het eerste halfjaar van 2019 ten opzichte van die van 2018. Dit acht de staatssecretaris geen uitzonderlijke ontwikkeling. De BPM-opbrengst over de eerste helft van 2019 is min of meer gelijk aan die van de eerste helft van 2018. Nieuwe auto’s zijn in 2019 gemiddeld zwaarder en duurder. Een hogere CO2-uitstoot betekent een hogere BPM.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 28 augustus