Erflater, de heer X, koopt op 13 juli 2012 voor € 57.000 een personenauto met 25 oktober 2011 als datum van eerste toelating. Volgens de BPM/aangifte is de schade € 12.098 en de verschuldigde BPM € 32.107. In geschil is de naheffing van € 3.605. Rechtbank Noord-Holland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep. De gemachtigde heeft de procedure namens belanghebbenden voortgezet. De inspecteur herhaalt zijn stelling dat de taxateur van X niet onpartijdig is, omdat hij via een zuster-bv is gelieerd aan de gemachtigde van X.
Hof Amsterdam oordeelt dat er geen reden is aan te nemen dat het enkele feit dat de taxateur voor een zuster-bv werkt, er toe zou leiden dat hij zijn werkzaamheden naar de professionele standaarden van de beroepsgroep niet naar eer en geweten zou kunnen verrichten. Er is ook afgaande op de inhoud van het taxatierapport geen reden aan de professionaliteit c.q. onafhankelijkheid van de taxateur te twijfelen. Bij de schadecalculatie is echter ten onrechte meegenomen dat de remmen geheel vernieuwd zouden moeten, dat de inbouw van een alarmsysteem noodzakelijk is en dat het interieur moet worden gereinigd. Het taxatierapport van de inspecteur houdt onvoldoende rekening met het feit dat de benodigde onderdelen zeer duur zijn, mogelijke kleurverschillen als de auto slechts gedeeltelijk wordt overgespoten en een hoger dan gemiddeld arbeidsloon. In goede justitie wordt de schade daarom vastgesteld op € 5.500. De naheffing wordt verminderd.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 14 december