Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv voor twee auto's recht heeft op extra leeftijdskortingen van 2,50% respectievelijk 0,83%, zodat teruggaven volgen van € 434 en € 119. Voor één auto wordt alsnog het tarief van het voorgaande jaar toegepast, zodat voor die auto een teruggaaf volgt € 1381.
X bv doet ín 2019 en 2020 BPM-aangiften voor in totaal tien auto's. In geschil is of X bv recht heeft op teruggaven. Op de zitting komt voor één auto vast te staan dat alsnog het tarief van 2019 moet worden toegepast, zodat een teruggaaf volgt € 1381.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv voor twee auto's recht heeft op extra leeftijdskortingen van 2,50% respectievelijk 0,83%, zodat teruggaven volgen van € 434 en € 119. Om over de teruggaven rente te krijgen, moet X bv zich te zijner tijd tot de ontvanger wenden. X bv maakt voorts niet aannemelijk dat in de aangiften van te hoge CO2-uitstoten is uitgegaan (zie HR 3 april 2020, 18/01389, V-N 2020/17.14). De beroepen van X bv zijn ook voor het overige ongegrond. Aangezien de beroepen voor slechts drie zaken gegrond zijn, is er geen reden om bij de proceskostenvergoeding voor de samenhang een hogere wegingsfactor dan 1 toe te passen. Die totale vergoeding wordt vastgesteld op € 1598.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 21 december