Hof Amsterdam oordeelt dat niet valt in te zien hoe met de brief van 2 september 2020 het in rechte te beschermen vertrouwen wordt gewekt dat de aanslag voor 2018 op dezelfde wijze wordt vastgesteld als de aanslag voor 2017.

X voert jaarlijks in zijn IB-aangiften een aftrekpost op in verband met specifieke zorgkosten. De inspecteur corrigeert deze post ieder jaar. Een uitzondering betreft het jaar 2017. Voor dat jaar staat de inspecteur de aftrek geheel toe, dit gezien de geringe correctie. Hij licht dit toe in een brief van 2 september 2020. X is het niet eens met de correctie van de IB-aangifte 2018 en beroept zich daarbij op het vertrouwen dat is gewekt door de brief van 2 september 2020.

Hof Amsterdam oordeelt dat niet valt in te zien hoe met de brief van 2 september 2020 het in rechte te beschermen vertrouwen wordt gewekt dat de aanslag voor 2018 op dezelfde wijze wordt vastgesteld als de aanslag voor 2017. In de brief wordt duidelijk vermeld dat de voor 2017 gekozen oplossing geen precedent schept voor een volgend jaar. Ook het feit dat de IB-aanslag 2020 is opgelegd conform de aangifte schept geen vertrouwen. Op het moment dat die aangifte is afgedaan, was de IB-aanslag 2018 reeds vastgesteld. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 11 december

Informatiesoort: VN Vandaag

267

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen