Belanghebbende, X vof, exploiteert een keurslagerij met een aantal winkels en een cateringbedrijf. De inspecteur kondigt begin 2011 aan dat hij voornemens is een boekenonderzoek in te stellen. Hij verzoekt X vof daarom om een aantal gegevens te verstrekken. X vof verstrekt de gegevens. Naar aanleiding van het verkennende gesprek dat daar op volgt, verzoekt de inspecteur om verdere gegevens te verstrekken. X vof verstrekt ook deze gegevens. Deze gegevens leiden er toe dat de inspecteur wederom gegevens opvraagt. X vof schakelt vervolgens een adviseur, A, in. Vervolgens wordt er veelvuldig gecommuniceerd. In een brief van 2 augustus 2011 wijst de inspecteur A op de inlichtingenverplichting van art. 47 AWR. A is van mening dat de brief van de inspecteur een informatiebeschikking ex art. 52a AWR is en maakt hiertegen bezwaar.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat de brief van 2 augustus 2011 niet een informatiebeschikking ex art. 52a AWR is. De rechtbank wijst daarbij op de wetsgeschiedenis van art. 52a AWR. Volgens de rechtbank blijkt uit de wetsgeschiedenis dat een informatiebeschikking de vaststelling door de inspecteur dat een belastingplichtige niet aan een verplichting heeft voldaan, betreft. Nu de brief van 2 augustus 2011 geen vaststelling bevat dat X vof niet aan haar inlichtingenplicht heeft voldaan, is er geen sprake van een informatiebeschikking. Het beroep van X vof is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47