Rechtbank Den Haag stelt vast dat Q LLP de kenmerken van een kapitaalvennootschap heeft, en niet als transparant lichaam kwalificeert. De fiscale resultaten van Q LLP moeten dan ook in de VPB-heffing worden betrokken.

Belanghebbende, X, en A richten in 2014 Q LLP op. De activiteiten van Q LLP worden vanuit Nederland verricht en bestaan uit het drijven van een evenementenbureau dat gespecialiseerd is in het realiseren en uitvoeren van buitenlandse tours en evenementen voor multiculturele doelgroepen. Q LLP wordt in 2016 weer uit het handelsregister geschreven. X verantwoordt het resultaat van Q LLP in zijn IB-aangiften 2014 (-/- € 36.042) en 2015 (-/- € 60.830) als winst uit onderneming. De inspecteur stelt bij een boekenonderzoek echter vast dat Q LLP niet transparant is, omdat zij vergelijkbaar is met een kapitaalvennootschap. De fiscale resultaten van Q LLP moeten volgens hem dan in de VPB-heffing worden betrokken.

Rechtbank Den Haag stelt vast dat Q LLP de kenmerken van een kapitaalvennootschap heeft, en niet als transparant lichaam kwalificeert. De fiscale resultaten van Q LLP moeten dan ook in de VPB-heffing worden betrokken. De rechtbank toetst daarbij aan het besluit van de staatssecretaris met een toetsingskader voor de kwalificatie van buitenlandse lichamen. Verder merkt de rechtbank op dat Q LLP de kenmerken van een kapitaalvennootschap heeft die volgen uit het arrest van de Hoge Raad van 2 juni 2006 (de rechtbank heeft het over 2016, -red), nr. 40919 (V-N 2006/33.12). De rechtbank acht daarbij van belang dat Q LLP rechtspersoonlijkheid heeft en dat de leden in Q LLP slechts tot hun inleg aansprakelijk zijn voor de schulden van Q LLP. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 1

Wet inkomstenbelasting 2001 2.1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 16 april

37

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen