Advocaat-generaal Wattel is van mening dat het belastingverdrag met de Filipijnen Nederland toestaat een lijfrente-uitkering van Nationale Nederlanden aan een inwoner van de Filipijnen te belasten.
Belanghebbende, X, ontvangt in 2016 als inwoner van de Filipijnen een lijfrente-uitkering van Nationale Nederlanden waarop loonheffing wordt ingehouden. X vraagt aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor de uitkering, de inspecteur acht de uitkering belastbaar in bronstaat Nederland. Rechtbank Zeeland-West-Brabant en Hof ’s-Hertogenbosch volgen het standpunt van de inspecteur.
Advocaat-generaal Wattel is van mening dat het belastingverdrag met de Filipijnen Nederland toestaat een lijfrente-uitkering van Nationale Nederlanden aan een inwoner van de Filipijnen te belasten. Lid 1 van art. 18 van het verdrag wijst pensioenen en lijfrenten toe aan de woonstaat, maar lid 2 geeft ook de bronstaat heffingsbevoegdheid “(…) in so far as it is charged as such against profits derived in that other State [de bronstaat] by an enterprise of that other State (…).”. Zowel rechtbank als hof achten Nederland op grond van deze bepaling als bronstaat heffingsbevoegd en de A-G kan zich hierin vinden. Dat de lijfrente-uitkering via een voorziening van Nationale Nederlanden loopt neemt niet weg dat deze ten laste van de winst van Nationale Nederlanden in Nederland is gekomen. Die uitleg strookt met tekst en de vermoedelijke bedoeling van art. 18 van het verdrag. Het beroep van X op een beleidsopvatting van de staatssecretaris over de beperking van bronstaatheffing faalt omdat die beleidsopvatting betrekking heeft op pensioenen in plaats van lijfrente-uitkeringen.
Wetsartikelen:
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Inkomstenbelasting
Editie: 28 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)