Het HvJ EU oordeelt dat uit het feit dat de Belastingdienst ter zake van leveringen geen correcties heeft doorgevoerd, niet kan worden afgeleid dat de Belastingdienst heeft erkend dat de factuur ter zake van de leveringen betrekking heeft op een werkelijke belastbare handeling.

 

Het Bulgaarse LVK – 56 EOOD brengt in haar btw-aangiften voorbelasting in aftrek ter zake van leveringen van goederen door REYA en SITI GRUP. Deze laatste twee ondernemingen staan inmiddels niet meer als btw-plichtigen geregistreerd. Zij hebben de leveringen wel in hun verkoopboeken opgenomen. De Bulgaarse Belastingdienst weigert de aftrek echter omdat de door LVK overgelegde bescheiden ten aanzien van de geleverde goederen gebreken vertoonden. De Bulgaarse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld. De rechter wijst er hierbij op dat de Bulgaarse Belastingdienst geen correcties bij REYA en SITI GRUP heeft doorgevoerd in verband met de onderhavige leveringen.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat uit het feit dat de Belastingdienst ter zake van leveringen geen correcties heeft doorgevoerd, niet kan worden afgeleid dat de Belastingdienst heeft erkend dat de factuur ter zake van de leveringen betrekking heeft op een werkelijke belastbare handeling. Verder merkt het HvJ EU nog op dat de Belastingdienst het recht op btw-aftrek aan LVK kan ontzeggen, omdat niet daadwerkelijk een belastbare handeling is verricht. Dat bij de leveranciers ter zake van de leveringen geen correcties zijn doorgevoerd, is daarbij niet van belang. Volgens het HvJ EU ligt een en ander anders als er sprake is van fraude. Bij fraude is namelijk van belang of LVK wist of had moeten weten dat de handeling deel uitmaakte van btw-fraude.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 11 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen