Rechtbank Gelderland oordeelt dat de invoer-BPM moet worden bepaald aan de hand van de inkoopwaarde van de auto als marge-auto voor een handelaar.

De heer X is autohandelaar en koopt in Duitsland een gebruikte personenauto. De auto is een btw-auto. Volgens de koerslijstwaarde van Xray is de handels(inkoop)waarde van de auto als marge(regeling)-auto € 14.075. Als btw-auto is de waarde volgens Xray echter € 15.870. Bij een btw-auto kan een ondernemer de betaalde btw namelijk aftrekken wat een prijsopdrijvend effect heeft. In geschil is of de inspecteur terecht een BPM-naheffingsaanslag heeft opgelegd van € 2.465.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de BPM moet worden bepaald aan de hand van de inkoopwaarde van de auto als marge-auto voor een handelaar. Er moet namelijk worden aangesloten bij de laagst denkbare objectief te bepalen waarde, in dit geval de handelswaarde van een marge-auto. De aftrekbaarheid van de btw is niet een eigenschap van de auto, zoals kilometrage, courantheid, afschrijving, schade en is daarom een 'vervuilend' element (zie Hof Arnhem 3 augustus 2010, nr. 09/00244, V-N 2010/55.24). Het beroep van X is gegrond. De aanslag wordt verlaagd naar € 796.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 110

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 7 augustus

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen