Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de overgang van de onroerende zaken van de gemeente Wrocław naar de fiscus een handeling is die is onderworpen aan de btw-heffing. Niet van belang is dat dezelfde persoon tegelijkertijd de onteigenende macht en de onteigende gemeente vertegenwoordigt.

De gemeente Wrocław draagt de eigendom van enkele onroerende zaken, in verband met de aanleg van een weg, over aan de fiscus. De president van de regio Neder-Silezië stelt hierbij de hoogte van de vergoeding voor de onteigende onroerende goederen vast, waar de gemeente Wrocław recht op heeft, en gelast de burgemeester, als vertegenwoordiger van de fiscus, om dat bedrag aan de gemeente Wrocław uit te betalen. Ten aanzien van het beheer van de onroerende goederen verandert niets, dit wordt nog steeds uitgevoerd door de burgemeester. Wrocław is het niet eens met de uitleg van de Minister van Financiën, dat zij ter zake van deze transactie een btw-factuur moet uitreiken waarop de tegelijkertijd in eigen naam en als vertegenwoordiger van de fiscus optredende gemeente als verkrijger en verkoper wordt vermeld. De Poolse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de overgang van de onroerende zaken van de gemeente Wrocław naar de fiscus een handeling is die is onderworpen aan de btw-heffing. Hierbij is niet van belang dat dezelfde persoon tegelijkertijd de onteigenende macht en de onteigende gemeente vertegenwoordigt. Ook is niet van belang dat de onteigende gemeente in de praktijk het betrokken goed blijft beheren, en dat de vergoeding enkel is betaald door middel van een interne omboeking in de begroting van de gemeente.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 15 juni

Focus: Focus

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen