Eind 2017 failleert B bv. B bv behoort tot dat moment tot de f.e. omzetbelasting met belanghebbende, X bv. De inspecteur legt een btw-naheffingsaanslag op aan X bv in verband met in aftrek gebrachte btw op niet-betaalde facturen. X bv is echter van mening dat de naheffingsaanslag aan B bv moet worden opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de naheffingsaanslag in verband met de in aftrek gebrachte btw op niet-betaalde facturen terecht aan X bv heeft opgelegd. X bv heeft de btw op de onbetaalde facturen in aftrek gebracht, en niet B bv. Dat de facturen aan B bv zijn gericht, maakt daarbij niet uit. Ook volgt de rechtbank X bv niet met betrekking tot een factuur die X bv moet betalen en de op die factuur in aftrek gebrachte btw (€ 1197). De naheffingsaanslag wordt niet met dit bedrag verminderd, omdat X bv de factuur nog niet heeft betaald. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 29
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 7 juli