Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X bv de BTW ten onrechte in aftrek heeft gebracht. Zij maakt niet aannemelijk dat sprake is van bijzondere omstandigheden die haar ertoe dwongen om aan haar buitenlandse uitzendkrachten onderkomens ter beschikking te stellen.

X bv drijft een uitzendbureau in de installatie-, bouw, metaal- en schildersbranche en stelt onder meer buitenlandse uitzendkrachten ter beschikking aan haar opdrachtgevers. X verzorgt ook de huisvesting van deze buitenlandse werknemers. X bv brengt de BTW die de bungalowparken en B&B’s factureren in aftrek. De inspecteur is echter van mening dat deze BTW op grond van art. 1 lid 1 onderdeel c BUA niet voor aftrek in aanmerking komt. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X bv de BTW voor de huur van de onderkomens voor de buitenlandse uitzendkrachten in aftrek kan brengen. De rechtbank verwijst daarbij naar het arrest van de Hoge Raad van 13 november 2020, nr. 18/04901 (V-N 2020/60.20).

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X bv de BTW ten onrechte in aftrek heeft gebracht. Zij maakt niet aannemelijk dat sprake is van bijzondere omstandigheden die haar ertoe dwongen om aan haar buitenlandse uitzendkrachten onderkomens ter beschikking te stellen. De informatie die X bv over deze bijzondere omstandigheden aanvoert zijn volgens het hof namelijk te algemeen en te indirect. He gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 1

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Omzetbelasting

Editie: 22 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

841

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen