EU-lidstaten mogen een BTW-vrijstelling met recht op aftrek van voorbelasting verlenen voor de levering van COVID-19-vaccins en de verlening van diensten die nauw samenhangen met die vaccins. De Btw-richtlijn 2006/112/EG is op 12 december 2020 uitgebreid met art. 129bis. Uitsluitend door de Commissie of de lidstaten erkende COVID-19-vaccins komen in aanmerking voor de vrijstelling.

Ook mogen lidstaten een verlaagd BTW-tarief of een vrijstelling met recht op aftrek van voorbelasting toepassen op de levering van medische hulpmiddelen voor COVID-19-in-vitrodiagnostiek en diensten die daarmee nauw samenhangen.

De mogelijkheid om een verlaagd BTW-tarief of een vrijstelling met recht op aftrek van voorbelasting toe te passen worden toegestaan tot en met 31 december 2022. Indien nodig wordt die periode verlengd.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Dossiers: Corona

Regelgevende instantie: Europese Unie

Editie: 17 december

27

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen