X bv exploiteert een ‘family entertainment center’, voor Nederland is dit een nieuw concept. In haar pand beschikt X over een ruimte met 70 apparaten. Op de apparaten kunnen 50 verschillende spellen gespeeld worden. De speler moet daarvoor een ‘playcard’ aanschaffen waarop een tegoed kan worden gestort. Met dit tegoed kunnen de spellen worden gespeeld. X bv maakt bezwaar tegen de op aangifte voldane btw. Volgens X bv is namelijk het verlaagde btw-tarief van 6% van toepassing. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X bv haar diensten verricht vanuit een primair en permanent voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorziening, en is er sprake van ‘het verlenen van toegang tot’. De rechtbank volgt de inspecteur niet in zijn stelling dat er sprake is van de verhuur van apparatuur.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat er geen sprake is van de verhuur van een speelautomaat. Volgens het hof krijgt de klant na het opladen van de playcard namelijk de mogelijkheid om gebruik te maken van het spelen van vijftig verschillende spellen. De apparaten vormen volgens het hof een integrerend onderdeel van de primair en permanent voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorziening van X. Dat bezoekers de ruimte met de speelautomaten van X kunnen binnenlopen, zonder dat zij betalen voor de vermakelijkheidsactiviteiten van X, is volgens het hof niet van belang. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9