Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de compensatie die MEO ontvangt bij een vervroegde beëindiging van een contract met een minimumcontractduur ook moet worden beschouwd als de vergoeding voor een dienst verricht onder bezwarende titel.

MEO-Serviços de Comunicações e Multimédia SA verricht diensten op het gebied van telecommunicatie. Met haar cliënten komt MEO overeen dat zij de telecommunicatiediensten voor een bepaalde minimumperiode afnemen. Daarbij wordt opgenomen dat de cliënten, bij een voortijdige beëindiging van het contract, een compensatiebedrag betalen dat gelijk is aan het aantal maanden dat het contract nog loopt x het maandelijks verschuldigde bedrag. Bij het in rekening brengen van deze compensatiebedragen berekent MEO geen btw. Volgens de Portugese Belastingdienst is echter wel btw verschuldigd. De Portugese rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de compensatie die MEO ontvangt bij een vervroegde beëindiging van een contract met een minimumcontractduur ook moet worden beschouwd als de vergoeding voor een dienst verricht onder bezwarende titel. Deze compensatie is dan ook onderworpen aan de btw-heffing. Hieraan doet volgens het Hof van Justitie EU niet af dat hiermee wordt beoogd om te voorkomen dat klanten het contract niet na leven, en de schade te herstellen die bij niet-naleving wordt geleden. Ook is niet van belang dat er volgens Portugees recht sprake is van een boete.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting, Belastingrecht algemeen

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 23 november

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen