Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur btw-naheffingsaanslagen op aan X bv. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat X bv de voorbelasting op advies- en advocaatkosten volledig in aftrek heeft gebracht. Volgens de inspecteur is slechts 55% van de voorbelasting aftrekbaar. Na het bezwaar van X bv, staat de inspecteur 70% van de voorbelasting in aftrek toe.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat 30% van de advocaatkosten ziet op de IB-procedures van de dga van X bv. De voorbelasting die hierop ziet is volgens de rechtbank dan niet aftrekbaar. Dat de aftrekbeperking aan de hoge kant is, acht de rechtbank niet van belang. Het ligt immers op de weg van X bv om aan te tonen hoeveel werkzaamheden de advocaten hebben verricht voor de IB-procedure. Nu X bv geen urenstaten, of andere stukken waaruit blijkt wat de advocaten hebben gedaan in de IB-, OB en VPB-procedures van X bv en de dga, heeft ingebracht, volgt de rechtbank de schatting van de inspecteur. De naheffingsaanslagen blijven in stand.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 2
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 13 januari