F en A exploiteren via belanghebbende, X vof, een transportonderneming. In 2002 kopen F en A een woonhuis met een loods. In 2004 en 2005 wordt de onroerende zaak verbouwd, en wordt onder andere een verbinding tussen de woning en de loods gemaakt. Sinds de verbouwing wordt de woning hoofdzakelijk voor privé doeleinden gebruikt, maar ook voor zakelijke doeleinden. De loods wordt uitsluitend voor zakelijke doeleinden gebruikt. X vof brengt de voorbelasting die in 2004 en 2005 ter zake van de verbouwing aan haar in rekening is gebracht, in aftrek. De inspecteur heft de voorbelasting ter zake van het woonhuis na, en de helft van de voorbelasting die betrekking heeft op het verbindingsstuk tussen de woning en de loods.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X vof de btw volledig kan aftrekken. Het hof overweegt daarbij, onder verwijzing naar de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU en de Hoge Raad, dat er in casu sprake is van één afzonderlijk investeringsgoed. In beginsel kan dan volgens het hof aftrek worden genoten van de btw die in rekening is gebracht voor de aanpassing aan dit investeringsgoed. Het hof vernietigt de naheffingsaanslag.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 1 oktober