Het kabinet heeft besloten dat de uitleen van zorgpersoneel voorlopig buiten de heffing van BTW blijft. Dat schrijft staatssecretaris Vijlbrief van Financiën in een reactie op een verzoek van de Brancheorganisatie Zorg (BoZ), waarvan een kopie aan de Tweede Kamer is verstrekt.

Met terugwerkende kracht is per 1 januari 2021 het bedrag van de drempelvrijstelling voor regelingen voor vervroegde uittreding gesteld op € 1847 (was € 1767).

Per 1 april 2021 treedt een groot deel van de Wet kansspelen op afstand (KOA) in werking. De wijzigingen in de Wet op de kansspelbelasting en de Algemene wet inzake rijksbelastingen, zullen bij de effectieve opening van de onlinemarkt voor kansspelen op 1 oktober 2021 in werking treden.

Plannen van de regering dreigen te voorkomen dat Nederland op de Olympische Spelen van Los Angeles in 2028 ook maar in de buurt komt van de score van Parijs. Maatregelen als de verhoging van de kansspelbelasting en de verlaging van de subsidies aan gemeenten hebben grote gevolgen voor de top- en breedtesport, zo waarschuwden voorzitter Anneke van Zanen-Nieberg en algemeen directeur Marc van den Tweel tijdens de algemene vergadering van sportkoepel NOC*NSF.

De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van X niet kunnen leiden tot vernietiging van de verwijzingsuitspraak (art. 81 lid 1 Wet RO). Ambtshalve wordt overwogen dat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep, zodat de redelijke termijn is overschreden.

Op donderdag 21 november en vrijdag 22 november vindt onderhoud plaats aan de website voor teruggaaf BTW uit andere EU-landen, het VAT Refund Portaal. Dit meldt de Belastingdienst. 

De Tweede Kamer heeft op 14 november 2024 de volgende moties aangenomen die zijn ingediend bij de behandeling van het pakket Belastingplan 2025.

Verschillende cultuur-, media- en andere organisaties reageren hoopvol op het gesprek dat het kabinet met de oppositie wil aangaan over alternatieven voor de BTW-verhoging op cultuur en sport.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Nederlandse bestuurdersaansprakelijkheidsregeling voor BTW-schulden niet in strijd is met het EU-recht. De bestuurder moet dan, om aan zijn hoofdelijke aansprakelijkheid voor de betaling van deze schuld te ontkomen, bewijzen dat de niet‑nakoming van de meldingsplicht niet aan hem is te wijten.